Ik heb veel geleerd. Over mezelf en het leven

Nooit had Cleo Epskamp (50) gedacht dat de bank de stekker eruit zou trekken toen het slecht ging met haar winkels. Toch gebeurde dat. Zelfs haar huis raakte ze kwijt. “Wat gaan we nu doen, mam?” vroegen mijn kinderen.

Tekst ELINE ROERDINK Fotografi e PETRONELLANITTA

“Het moment waarop ik failliet werd verklaard, zal ik nooit vergeten. Ik zat in de rechtbank, helemaal van de wereld, er klonkeen hamerslag en ik wist: het is voorbij. Tien jaar lang had ik met liefde gewerkt aan mijn winkels met kleding, koffi e en cadeauartikelen. Binnen een paar seconden ging alles in rook op, alsof ik in een surrealistische fi lm terecht was gekomen. Na die zitting ben ik naar het strand gereden. Daar heb ik in het zand gezeten en urenlang apathisch voor me uit gestaard. Ik had die tijd nodig om te beseff en dat het was afgelopen. Daar was ik eerder niet aan toegekomen door de rollercoaster waarin ik van het ene op het andere moment was beland.”

Kaalgeplukt.

“Een paar maanden voor de uitspraak viel het woord faillissement voor het eerst bij de accountant met wie ik al jaren samenwerkte. Natuurlijk wist ik dat er iets aan de hand was. We zaten in het staartje van de crisis, een aantal winkels kregen we niet meer aan de praat. Dat was een probleem. Maar ik was ervan overtuigd dat we er met een reorganisatie en een goed plan weer bovenop zouden komen. Geen moment had ik gedacht dat de bank de stekker eruit zou kunnen trekken. Dat was echter wel wat er gebeurde. In de periode daarna raakte ik de controle over mijn bedrijf, maar ook over mijn leven volledig kwijt. De bank en een curator namen het stokje over, zij wilden zo veel mogelijk geld zien. Alle voorraad ging in de uitverkoop, de deuren werden gesloten en de winkels werden compleet kaalgeplukt. Met lood in mijn schoenen besloot ik in een fi liaal te gaan kijken. Het was totaal mijn winkel niet meer. Toen ik zag dat zelfs de haken van de muur werden geschroefd omdat ze daar nog een paar euro voor konden vangen, heb ik me omgedraaid en ben weggegaan. Het was afschuwelijk. Het bleef niet bij mijn winkels en de winkelpanden, ook mijn huis en vakantiehuis moesten de verkoop in. We hadden niets meer. ‘Wat gaan we nu doen, mam?’ vroegen mijn kinderen, destijds vijftien en zeventien jaar. Ik had geen idee. Aan morgen denken was me al te veel, laat staan een oplossing bedenken voor deze enorme puinhoop. Ik was gescheiden van hun vader, dus ik stond er ook nog eens alleen voor. Mijn hoofd liep om met van alles wat er geregeld moest worden rondom mijn bedrijf, het personeel dat op straat kwam te staan, de schulden die zich opstapelden, het vinden van onderdak voor mijn gezin. Praten met de bank durfde ik amper. Soms reed ik tien rondjes voordat ik naar binnen stapte. Ik was zo bang voor al die strenge mensen die met hun vinger wezen en mij het gevoel gaven dat ik waardeloos was. Dat ik had gefaald. Die mij omver bliezen met hun verbale geweld. Ik was er niet tegen opgewassen en raakte steeds verder van mezelf verwijderd. Die periode heb ik overleefd op adrenaline. Lichamelijk holde ik achteruit, Ik belandde in een burn-out en kreeg fi bromyalgie, chronische pijn in mijn spieren en gewrichten. Ik sliep amper, had last van angsten en dwaalde soms midden in de nacht over straat. Ik voelde dat ik de controle over mijn leven kwijt was, dus ik moest de grond onder mijn voeten blijven voelen. Door letterlijk stappen te zetten voelde het alsof ik grip had. Dat hielp, maar het voelde ook als een dieptepunt. Ik was mij ervan bewust dat ik niet verder moest wegglijden, want ik wist niet in welke donkere wereld ik dan terecht zou komen.”

Stoppen met vechten.

“De eerste maanden na het faillissement overheerste de angst. Mijn grote geluk was dat ik van nature niet iemand ben die bij de pakken neer gaat zitten. Met mijn laatste beetje energie probeerde ik een weg omhoog te vinden. De eerste stap die ik daarvoor moest zetten, was stoppen met vechten en accepteren dat ik diep in de ellende zat. Dat was intens, maar nodig. Daarnaast was mijn lichaam zo toegetakeld door alle stress en het maar blijven doorgaan, dat ik niet anders kon dan rust nemen. Ik besloot naar India te vertrekken. Mijn kinderen bleven bij hun vader, met wie ik co-ouderschap had. In India dompelde ik mij wekenlang onder in ontgiften, massages, yoga en meditatie. Ik moest mezelf herontdekken en een manier vinden om opnieuw gelukkig te zijn met mezelf en mijn leven. Dat kostte tijd, maar langzaam merkte ik dat de zon weer ging schijnen. De uitspraak van een Indiase man heeft daar zeker aan bijgedragen. Hij zei tegen mij: ‘Je mag van geluk spreken. Je hebt geen kanker, je hebt geen hartaanval gehad. Je lichaam is misschien ziek, maar je bent hier en je hebt kracht. Wees gelukkig!’ Hij liet me inzien dat je kunt kiezen hoe je naar de dingen kijkt. Ik had iets heftigs meegemaakt, maar er was nog steeds zó veel om gelukkig mee te zijn. In India zag ik met eigen ogen dat dat zit in kleine dingen. Dat mensen die niks hebben er voor elkaar zijn, elkaar helpen en plezier hebben in het leven. Na die reis kwam ik niet herboren terug, zeker niet. Ik zat beter in mijn vel, maar er waren nog steeds momenten dat ik er doorheen zat of het niet meer wist. Dit heeft in totaal bijna vijf jaar geduurd. Vijf pittige jaren, maar ook jaren waarin ik ontzettend veel heb geleerd over mezelf en het leven.” 

Nieuw begin.

“Van de veertien winkels hebben we er eentje uit het faillissement kunnen redden. Dat is gelukkig uiteindelijk weer een goedlopende zaak geworden. Door die winkel besefte ik ook weer waarom ik er twintig jaar geleden mee was gestart. Ik wilde een winkel waar mensen niet alleen kleding konden passen en spullen konden kopen, maar waar je er een beleving bij kreeg. Dat zat ’m in kleine dingen zoals de aankleding en de sfeer, maar ook in het persoonlijke aspect. Dat je het tegen iemand zegt als een kledingstuk niet helemaal bij diegene past, en vervolgens met een alternatief komt waarmee je klant stralend de winkel uit loopt. Dát was waar ik gelukkig van werd. Toch heb ik de winkel een maand geleden verkocht. Het afscheid was emotioneler dan ik dacht. Waarschijnlijk omdat al die andere winkels door het faillissement zo snel werden opgedoekt en ik er nooit bewust bij stil heb kunnen staan. Nu was dat anders, en dat was goed. De cirkel was rond. Van oorsprong ben ik businesscoach en trainer en de laatste jaren begon dat steeds meer te kriebelen. Ik denk door de bak ervaring die ik als ondernemer heb opgedaan, maar ook door alle ellende die ik heb meegemaakt. Het geeft mij voldoening om mensen te helpen hun grenzen scherper te stellen, ze sterker en zelfverzekerder te maken. Ik wilde terug naar waar ik vandaan kwam. Daar heb ik nog geen moment spijt van gehad, al was de weg omhoog niet gemakkelijk. Er was geen geld, mijn kinderen en ik woonden in een klein huurhuis en ik moest hard werken om brood op de plank te krijgen. Er waren momenten dat het mij aanvloog, dat ik verdronk in de angst voor onze toekomst. Vaak stelde ik mezelf een limiet: deze dagen mag ik al die emoties voelen, daarna ga ik verder met mijn leven. Dit om te voorkomen dat ik erin zou blijven hangen. Ik wilde vooruit, niet achteruit. Het lukte me steeds beter om mijn focus te verleggen en me te richten op het positieve in mijn leven. Twee jaar geleden kocht ik, na tíg afwijzingen van makelaars door mijn faillissement, een prachtige pand midden in Haarlem. Hier woon ik en ik verhuur het als vergaderlocatie. Elke dag ben ik dankbaar dat ik hier in het ochtendzonnetje mijn kop koffi e mag drinken, dat ik dit mijn huis mag Noemen.” 

Vol dromen.

“Het faillissement was een pittige weg. Ik weet niet of ik die opnieuw zou bewandelen als ik had mogen kiezen, maar ik heb er wel lessen uit gehaald. Net als mijn kinderen. Ik heb geprobeerd hen overal zo veel mogelijk buiten te houden en ik denk dat ze van een groot deel niks hebben meegekregen. Maar ik zie wel dat het twee veerkrachtige mensen zijn die zich niet snel uit het veld laten slaan. Ze hebben de kracht om zich te herpakken als het tegenzit, en ik denk dat mijn faillissement en de nasleep daarvan hier een rol in heeft gespeeld. Het maakt mij extra trots dat ze zo stevig in de wereld staan. Zelf kijk ik positief naar de toekomst, ik zit vol dromen. Een leuke man aan mij zijde lijkt me fi jn, maar bovenal ben ik blij dat ik er weer ben. Dat ik ben vernieuwd, anderen mag helpen en nu nog gelukkiger ben dan ik al was.”

 
Previous
Previous

HET WASALSOF IK IN DEGEVANGENISTERECHTKWAM

Next
Next

“Het was alsof ik in de gevangenis terechtkwam”